Thuis

7 mei 2022

Over al die dingen waarover ik niet geschreven had: waarover ik dacht te schrijven of had willen schrijven, daarover dacht ik na toen ik voor de eerste keer een weg kruiste waarover ik, als ik (we)  met de auto ben en naar P ga. Het was de payage, de A31. 

16515711947832545554455446591622

Vroeger, toen er nog geen afrit bij Lamarche was, gingen we vóór de tolweg de sneweg of. Anderghalf uur was het dan nog, over departementale wegen die je het gevoel geven weg te zijn. Met de komst van de nieuwe afrit (8.1) blijven we langer op de snelweg. Dat scheelt een kwartier in de totale reistijd, maar het duurt langer voor je het gevoel hebt dat het feest beginnen kan. Nu ging de hele tocht over kleine wegen en onverharde paden, en het ging, zoals het cliché wil, niet om het doel maar om de reis en de duur van daarvan was niet belangrijk - negenendertig dagen zes a zeven uur gemiddeld (schone wandeltijd zonder lunch- en twaalfuurpauze, nou ja: reken maar uit, of doe ook maar niet, wat maakt het uit) - maar nu de A31 me eraan herinnerde dat het eind in zicht kwam werd het doel toch belangrijk. Nu was ik toch wel dagen aan het tellen, zoals ik ook de eerste dagen had geteld. Ik liep weer over min of meer bekend terrein. En ik keek, als in een spiegel, terug naar dat begin.Toen ik vertrok liep ik door gebieden die ik van andere wandelingen ken, of gewoon uit mijn jeugd: mijn puberjaren in de Krimpenerwaard, de weg naar Haastrecht, op de Solex (de Kees I) of die keer dat ik de Puch van Connie had geleend (we hadden hadden het er toen ik bij haar logeerde nog over gehad). Tot over mijn oren was ik verliefd op Kees geweest. Hij had me gezoend bij de bushalte. Een kleine week verkering hadden we gehad. Op vrijdag kwam hij met een blauw oog op school. Gevallen, legde hij uit, tijdens het slaapwandelen. Een jongen die met iets worstelde, dat zag ik ook zonder dat blauw wel in die prachtige zeegroene ogen. Ik was niet verbaasd toen hij me zei dat ik wat al te hard van stapel liep. Hij was verliefd op Babeth. Pas nadat ze van school af waren werden ze een stel. Ik had bij ze gelogeerd in Gouda nu. En ik zag mezelf zitten in die bungalow in Stolwijk, op de leren poef, me afvragend of het waar kon zijn, dat Kees me had gezoend. Het kon haast niet, wél die zoen, die was zo echt als een zoen maar kon zijn, maar niet die verkering - helaaml achterlijk was ik nu ook weer niet. Ach, die lelijke bungalow met dat mooie uitzicht. Ja, de volgden dag zou ik over dat thuisgevoel schrijven en de vraag waar dat dan zou mogen zijn. Maar het liep anders, want toen ik dan langs de bungalow liep had ik dat gelazer met dat scheenbeen, de knik naar mijn voet die vastzat. En toen ik dan de volgende dag, na mijn logeerpartij bij Connie - en wat was het koud toen, op het had gesneeuwd - met de pont de Lek overstak naar Kinderdijk voelde ik me, op onbekend terrein behoorlijk ontheemd. Nu was ik echt weg, en vooral ook onderweg. Het ging niet meer om wat ik achterliet, maar gewoon om wat er op mijn weg kwam.Een paar dagen terug dan betrad ik opnieuw bekend terrein.

16516630744506508244986161929693

Ruik je de stal al? vroeg iemand me. Reken maar.

16516630978011742298379175692999

Bij Aureil maison stak ik de D460A over (met de auto is het dan nog minder dan een half uur), maar nu was ik lopend en de heuvels boven Aureil M had ik eigenlijk nog nooit gezien. Mooi hoor, maar oei, die dikke wolk die ik boven de oude Romeinse weg had gezien, zag er nu wel heel erg dreigend uit. Onweer en hagel kreeg ik op mijn kop en ik dacht aan Muriel en Pascal van het geweldige hotel in Contrexeville waar ik in stijl de nacht had doorgebracht en een maaltijd had genuttigd. Ze hadden me voor het onweer gewaarschuwd en zouden aan me denken, dat wist ik zeker. Och och, die arme Yolanda, zouden ze denken, en ach ach, dacht ik zelf, dan ben je meteen zo arm niet meer. Zeven uur was het toen ik in Bourbonne les Bains aankwam en bij de Carrefour, vroeger toen wij er nog geregeld kwamen was dat een Champignon, een zak rucola en een halfje wijn kocht, maar ik dacht dat het zes uur was. Ik ben toch veel vroeger dan gepland, mailde ik nog naar Nicolas van de airB&B waar ik zou verblijven, maar ik had niet één maar twee uur over het laatste stuk gedaan. Er was, zo dicht bij huis, echt iets aan de hand met mijn tijdsbesef. Dus ineens was hij daar, de laatste nacht, mij laatste logeeradres: bij Miguel en Nicolas en hun hondje dat ons opdringerig volgde toen Miguel me mijn kamer liet zien. Met wapperhandjes werd het hondje onder gemompel van excuses weggestuurd. Miguel droeg een flodderige, grijze, joggingbroek en daarboven een dikke, grijze, trui die om zijn middelbare mannenbuik zat gespannen. Ook de buik van Nicolas mocht er wezen, maar zijn trui was rood en hij droeg opvallend glimmende zwarte, leren schoenen. De heren hadden nog maar net dit huis in Bourbonne betrokken. Helemaal thuis, waren ze er ook nog niet. Nee, ze kenden nog geen buren. Het was voor hen, we zijn een koppel legde Miguel me uit, ook bepaald niet makkelijk op het Franse platteland. Grote plannen bleken ze te hebben met hun chambre en table d'hote. Had ik al gegeten? Het speet me, zei ik, maar ik wilde niets wilde hebben van de kaart - en een echte kaart was het. Overal schreeuwde het Chez Nicolas me toe: nos plats, nos specialités, nos desserts, nos alcohols... Ik had zelf eten bij me, verklaarde ik, vegetariën, begrijpt u. Dat ik ook een flesje in mijn rugzak had, hield ik voor me. Toen ik na het douchen terugkwam in de keuken waren de heren en hun hondje verdwenen. Ze moesten zich ergens achter de ketting, die ik boven op de overloop had zien hangen, bevinden. Er hing een boord met 'verboden toegang'. Ik stopte de laatste stukken guiche van Patricia in de oven en maakte een salade. Zo zacht ik kon trok ik mijn flesje wijn open. Glazen vond ik niet, wél een kopje. En nadat ik dat had volgeschonken verstopte ik het flesje tussen mijn windstopper. Toen ik was uitgegeten kwamen Niicolas, Miguel en hun hondje weer beneden om me, zoals Miguel zei, bon appetit te wensen. Hij trok de koelkast open en pakte er voor hem en zijn vriend een bakje yoghurt uit. Na de yoghurt volgden witte boterhammen met kaas. De helft ervan verdween onder tafel waar het begerige hondje zich had verstopt. Zo, zei Miguel, jij bent dus schrijver; dat had hij op de AirB&B site gelezen. Hoeveel ik zoal verkocht. Ik noemde een getal dat niet al te lullig klonk en dat ik hier niet ga herhalen. Miguel knikte beleefd. Hij en Nicolas waren restaurateurs, vertelde hij. Even nog dacht ik dat hij het over het opknappen van huizen had, al zag ik hen dat niet zo snel doen, maar hij bedoelde dat ze in het restaurantwezen zaten, wat ik hen, eerlijk gezegd, ook niet snel zag doen, maar het verklaarde wel die serieuze menukaarten aan de muur. Hiervoor hadden hij en Nicoals bij een soort Tafeltjedekje gewerkt. Ze verzorgden maaltijden voor mensen met een handicap in Dijon. Misschien deden ze dat nog steeds, daar kwam ik niet helemaal uit. Wél begreep ik dat Miguel Nicolas zo'n twintig jaar terug had leren kennen als een van de klanten van deze service. En nu gingen de heren voor zichzelf beginnen; ze waren er helemaal klaar voor. Restorapide gingen ze doen, hier in Bourbonne, voor toeristen, Bourbonners en mensen met een gebruiksaanwijzing. De maaltijden waren vacuüm verpakt. Miguel trok een kast open en liet me een in plastic verpakte kalkoenpoot met worteltjes zien. Ze waren nog op zoek naar een ruimte om vanuit te kunnen opereren, en hadden al contact gehad met de plaatselijke VVV, maar vooralsnog werd alles in de werkplaats in Dijon bereid. Ze konden hun folder bij op de balie van het Office du Tourisme kwijt. Het eerste jaar was deze service gratis, volgend jaar moesten ze daar honderd euro voor betalen, maar dat geld zouden ze wel terugverdienen. Ik knikte begrijpend. Toen ik 's ochtends in alle vroegte wegging, was Nicolas al op; Miguel lag nog in bed. Die sliep niet voor middernacht, legde Nicoas mij uit. Of ik koffie wou? Me eerst maar eens even aankleden, zei ik - ik had slechts een T-shirt aan en was onderweg naar de wc waarvoor ik zowel door de keuken als de woonkamer moest lopen - maar straks als ik gekleed was, heel graag. Bij de koffie vroeg ik of hij en Miguel dan niet eigenlijk naar Dijon moesten nu. Nee, dat was niet nodig, er hadden zich nog geen klanten gemeld. Ik gaf hem twee euro voor de koffie (die kostte, had ik op 'de kaart' gezien, één euro) en zei dat hij de rest mocht houden. De laffe hond die ik was wist niet hoe snel zij weg moest komen... Bij de bakker kocht ik een croissant en een stokbrood dat ik lang nadat ik Bourbonne verlaten had op zou eten. Bij de eerste de beste prullenbak deponeerde ik de lege fles die ik het huis uit had gesmokkeld. 

Met de GR7 vluchtte ik het stadje uit. Omhoog ging het, langs de Veluxfabriek (of is het alleen een kantoor?) waar mensen buiten op het parkeerterrein aan een picniktafel zaten voor een ochtendsigaret.  Steeds meer foto's ging ik maken. En ik stuurde Frits smsjes over mijn vorderingen. Verdwalen deed ik ook nog. Of nee: ik verdwaalde niet, de route forestiere hield er gewoon mee op. Manshoge (althans in mijn geval) bramen, omgevallen bomen, een modderig pad dat allengs een riviertje werd... Op zeker moment was er geen doorkomen meer aan. Ik nam een spoor waarover ik, al was de richting niet juist, tenminste lopen kon, tot ook dat werd overwoekerd door bramen en ander ruigte-onkruid. Maar ik zag licht tussen de blaadjes - o, alles is uitgelopen nu, hoe anders was het ruim een maand geleden - en er moest een pad zijn naar een verlaten boerderij. En dat was er. En toen (en toen - wie en waar leerde ik ooit dat 'toen' niet mag, maar soms kun je niet zonder) was ik in Vaux-la-Doux, een wonderschoon dorpje, waar we vroeger zwommen (nu mag dat niet meer, helaas) en waar ik een fijn plekje wist voor de lunch, omdat ik daar ooit met Frits heb geluncht. Dus zie: opnieuw kwam ik in het gebied dat ik kende van het wandelen; nu niet rond Amsterdam, maar hier in P. De stal, de stal, ik rook hem, en de tijd leek zich eindeloos uit te strekken. Van Vaux naar Velles, en van Velles naar het kruispunt (weer zo'n kruispunt met de weg die onze auto gaat) met de D460 waar vroeger een café zat in het huisje daar op de hoek:

16517578980505477258755505128197

En P nu op de borden:

16517579338491681340257484485162

En dan maar weer een sms aan mijn geliefde: ik ben nu daar en loop via Anrosey. En dan vandaar, zo dicht bij huis, een weggetje dat we (in al die jaren) nooit eerder namen, langs een spoorhuisje waar we ooit dusdanig door een hondje zijn weggekeft dat ik mijn stok ter hand nam.

16517597514711995858573100489766

Niet nodig, zo bleek, geen hond nu. En dan echt, echt, echt op zeer vertrouwd terrein: de (min of meer) lange wandeling vanuit ons huis: via het 'verliefdenpaadje' naar het bos van Montesson, daar naar beneden (richting spoor), dat even volgen, en dan omhoog. Dan kom je langs een oude boerderij die jarenlang leeg heeft gestaan, maar nu is opgeknapt door een stel uit Fayl dat daar geiten houdt en schapen en de boel fraai aan het opknappen zijn.

16517615895153505189281140128400

Bent u verdwaald? vroeg hij toen ik langs liep. We hebben al eens kennis gemaakt, maar hij herkende me niet. Nee, nee, lachte ik: au contraire. Ik kon het niet nalaten uit te leggen waar ik vandaan kwam en dat ik nu, 39 dagen later, bijna mijn doel bereikt had. En toen was daar de brug, bij het stroompje dat uiteindelijk van 'onze' waterval komt. En vandaar kun je omhoog naar Robert en Jacqueline en Fred. En weer nam ik een foto:

16517626107697187981281123209953

En ik dacht nog: ach als Robert nu langs komt rijden in zijn oude Peugeot en ik zeg waar ik vandaan komt, dan gelooft hij me nooit. Maar hij kwam niet langsrijden. 'Ik ben bij de brug bij Robert' smste ik aan F. En dan is daar dat laatste, forse klimmetje. Met de fiets moet ik dan afstappen, zo stijl is het. En ze duurde lang die laatste meters. En dan is er het huis van Alain en vlak daarna kun je dan het dak zien van onze hangar. Ja hoor, daar was hij:

1651763258951969548224140088149

En verdomd, naast onze blauwe Clio, staat die oude grijze Peugeot van Robert (ach, wat een leuk toeval, denk ik nog, dat hij er is), en dan zie ik tegen de oude boomstronk een levensgroot bord staan: "Bienvenue, Yolanda" en dat ik een winner ben. Patricia, denk ik meteen. En wat leuk, dat ze dat bord in de tuin heeft gezet. Maar dat ze daar dan ook echt allemaal tevoorschijn komen...

16517633443963390903930873605199

Loridlord. Nee, dat had ik niet gedacht. Jacqueline, Robert, Bernard, Anouk en Patricia natuurlijk, die dat bord had gefabriekt. En Frits natuurlijk die dat allemaal georganiseerd had. Oef: de tranen sprongen in mijn ogen, of zeg maar gewoon huilen.

IMG-20220505-WA0003[5227]

Anouk had een bloemenkrans gevlochten

IMG-20220505-WA0007[5226]

En er was champagne en er waren taarten: Veronique (die er niet bij kon zijn omdat ze moest werken) had een ananascocostaart gebakken, Jaqueline een cake, Frits chocolade- en citroentaart, en het was allemaal even lekker.

IMG-20220505-WA0014

Ook Frits

IMG-20220505-WA0015[5232]

En ik kreeg kweeperenlikeur van Bernard. En Veronique had voeten- en benenbalsem voor me gekocht. En we gingen op de foto. 

De vrouwen:

IMG-20220505-WA0010[5230]

En de mannen:

IMG-20220505-WA0011[5242]

En daar staat Patricia dan niet op want zij maakte de foto's.

En toen werd ik heel erg dronken en nu is het voorbij. 

Over thuis, over gewoontes, over vertrouwen, over de liedjes, het tellen, het in mezelf praten; ik schreef er allemaal niet over. En dat komt nog wel, of niet. Maar in ieder geval niet in deze blog. Het is klaar. Ik ga jullie (echt raar, hoor om me zo tot een 'jullie' te richten, maar omdat jullie ook terugschreven werden jullie echt een jullie) missen...

 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

16 Reacties

  1. Marcel:
    7 mei 2022
    Is ook ontroerend!
  2. Sandra:
    7 mei 2022
    Uitzwaai 👋
  3. K Woudenberg:
    7 mei 2022
    Nooit gereageerd maar toch meegelopen. Mooi gedaan en nu ga ik het missen. Liefs en plezier in P.!
  4. Yol:
    7 mei 2022
    Ah, leuk, dan toch nog iets van je te horen. We gaan ons zien in D of A of ergens daar tussenin. Liefs, Yol
  5. Rolf orthel:
    7 mei 2022
    mooi, je late kilom(die ws extra lang duren, met al die sms'jes met F) - en wat een prachtontvangst voor je! rolf
  6. Tjeerd Bischoff:
    7 mei 2022
    Wat een mooi en ontroerend einde!
  7. Borg:
    7 mei 2022
    K’had nooit geraegeerd geloof ik maar van harte meegelopenjekeklezen. Wonderbaar leuk.
    Dank je wel! Fijne zomer!
  8. Evelyn:
    7 mei 2022
    wat een avontuur, dapper, petje af. wel thuis nu en genieten met frits.
  9. Connie:
    7 mei 2022
    Hoi Yol, je hebt het gehaald heel dapper en stoer van je! Super goed gedaan 👍🏽 en wat een heerlijk ontvangst. Geniet ervan dat je op je plaats van bestemming bent aangekomen. 😘
  10. Ien Van Haaster:
    7 mei 2022
    T was een mooie reis met soms BIJZONDER mooie foto's. Vooral die van stille weggetjes die dan in een punt eindigen.
    Geniet van het weer thuis zijn met Frits. Liefs
  11. Yol:
    7 mei 2022
    ja, en dan te bedenken dat ik een van de mooiste foto's maar niet gepost krijg, veel gedonder met telefoons die niet doen wat Reislogger wil. Afijn. Ik stuur hem je per mail. Liefs, ook aan P. Y
  12. Trees Bakker:
    7 mei 2022
    Het einde van een mooie reis ! Dank je wel!
  13. Joke:
    7 mei 2022
    Gefeliciteerd…. En wat zal he het lopen snel gaan missen!
    Geniet daar en tot snel!
  14. Nicole:
    7 mei 2022
    Ah, ontroerend om te lezen. Top van je! Liefs!
  15. AnneBabet:
    7 mei 2022
    Prachtig! Xxx
  16. Jann Ruyters:
    9 mei 2022
    Wat een fijne thuiskomst zo! Mooie reis & mooi verslag. Rust uit in de zon!