Niet wat het lijkt
5 april 2022 - Bergen op Zoom, Nederland
Het was nog licht, maar boven de tuin stond een nauwelijks zichtbaar maantje. Chris brak het gesprek dat we voerden af of me op die maan te wijzen. Of hij nieuw of afnemend was, wilde Sijgje weten. Nieuw, zei ik, de bolling zit rechts: je kunt er een p van maken, de p van premier – ik tekende een p in de lucht die Sijgje niet kon zien – kun je er een d van maken, dan is het dernier, en is de maan op zijn retour. En omdat we toch bezig waren gingen we die maan hardop omschrijven. Hij had de dikte van een nagel. Nee, een wimper eerder, een grijze wimper tegen een oranje hemel. Sijgje knikte, ze had er wel een beeld bij zo. De volgende ochtend hadden we het over schrijven en kwam mijn toetsenbordje ter sprake. Dat dat voor iemand die zo licht mogelijk probeert te lopen een luxe was die ik mezelf had toegestaan omdat ik een hekel heb aan schrijven (als je dat zo kunt noemen) met twee vingers op een iPhone. Nee, dan mijn toetesenbordje. Ik onderstreeepte mijn woorden door als een dolle met tien vingers in de lucht te typen, maar besefte al gauw dat Sijgje daar weinig aan had. Ze is immers niet doof maar blind. Steeds had ik de neiging omstandige armgebaren te maken, terwijl dat voor haar alleen maar de verplaatsing van lucht oplevert. In dat toetsenbordje was ze wel geïnteresseerd. Vooral ook om haar iPhone mee te bedienen. Dat doet ze nu op de tast (en daar is ze behendig in) maar het gebruik van tien vingers op een vertrouwd typklavier zou wel handig zijn. Of ze de mijne eens mocht voelen. Ik haalde mijn toetsenbord uit mijn rugzak die al klaar stond op de gang en schoof hem over de tafel naar haar toe. Tevreden constateerden haar vingers dat hij een fijne textuur had. Ook liet ik haar de achterkant voelen waar het aan- en uitknopje zat. Ja, goed voelbaar, vond ze dat. Apparaten waarop alles met een display wordt bediend zijn een ramp voor blinden. Aan een nieuwe oven bijvoorbeeld (de oude was stuk) zitten geen knoppen meer; alles moet op het oog. Ze moesten een ouwetje op Marktplaats zien te vinden.
De volgende dag begreep ik pas hoe het kwam dat ik met zoveel armgebaar met Sijgje sprak. Omdat ze ooit wel ziende was kijkt ze je recht in de ogen aan. Dat ‘kijken’ zit, denk ik, in het fysieke geheugen van haar ogen, zoals ook je vingers voor wie blind kan typen op eigen herinnering de weg naar het toetsenbord weten te vinden. Haar ziende blik was, oppervlakkig gezien, bedriegelijk echt en maakte mij blind voor haar blindheid.
Ook onderweg zie ik de hele tijd dingen die niet zijn wat ze lijken. Het begon al in Kortenhoef met een dood vogeltje dat geen dood vogeltje bleek te zijn. En toen zag ik een palm, midden in de polder, een plastic palm op een eiland van steen en glas. Hier verkoos iemand de illusie van de tropen boven de echtheid van het Groene Hart. En ja: er stond ook een Jaguar voor de deur en ik werd gewaarschuwd voor een hond.
Ik maak er foto’s van en zet ze onder dit ‘verhaal’ waar ik, gaandeweg, nieuwe foto’s aan toe zal voegen. Dit verhaal blijft dus in beweging.
Niet wat het lijkt:
Geen dood vogeltje (Kortenhoef)
Geen tropisch paradijs (Wilnis) – niet wat het niet lijkt dus…
Geen paardenbloemen (Kockengen) – klein hoefblad?
Geen knoop (Stolwijk)
Geen dooie tuin (Krimpen) – er staat een blauw druifje in, écht
Geen beeld (Papendrecht) – toen ik voorbij liep kwam het beeld gakkend tot leven
Niet de brug over de Dortse Kil (s - Gravendeel) – toegegeven het lijkt ook niet op een brug, maar ik verwachtte een brug, dat wel
Wél een tunnel onder de Dortse Kil – what you see is what you get
Geen topjes van de ijsberg en ook geen drijvend kunstwerk (Willemstad) – twee fouragerende zwanen
Geen gedicht (Willemstad) – maar het rijmt wel, en daarmee wordt het onzin (een snelheidsweter kent zijn snelheid, of niet, daar is geen beter of slechter aan, lijkt mij)
Geen uitslaande brand (De Heen)
Geen thuis
Geen kunst en ook geen binnenbrand – een onder-de-poncho-foto
Geen tuin – maar wanneer is iets een tuin?
Niet genoeg ruimte binnen (Huijbergen) – daar lijkt het dus wél op.
Geen schapenvacht (Zandvliet-Antwerpen)
Geen Chinees (restaurant) …
En dit ook niet (beiden in Kapellenbos), althans, dat dacht ik, maar Wouter en Sandra wisten me te vertellen dat er wel degelijk chinezen wonen (had ik het toch goed, al kun je er niet tegen betaling eten)
Geen verbod op tongschraapzeilen, en ook niet op meesurfen op sneeuwscheppen (Schoten - Antwerpen), maar paardrijden, en het mag dus niet
Je dacht dat toch niet dat ik het allemaal uit mijn tenen haalde? (Wommelgem)
Tsja…
Geen gieter (Lier), maar een brievenbus
Geen brievenbus
6 Reacties
-
Evelyn:6 april 2022Mooi verhaal, loopt lekker ook, goed geschreven. Ga zo door. X
-
Paul van der Steen:9 april 2022aha, de P- en de D-maan van première en derrière kende ik nog niet, alleen de A van afnemend. Sst, ik lees even verder. Wandel ze. Ik ga trouwens vanavond eelt aan mijn grote teen, wegens wandelingen langs akkers en velden in 't Oosten des Lands, in een teiltje warm water laten weken en wegschrobben. Zet em op, DOEI
-
Yol:9 april 2022Ja maar, ja maar, ja maar. Je moet die d en die p natuurlijk niet in KAPITALEN schrijven want dan bolt de D aan dezelfde kant als de P. Ja, ik geef toe, het is verwarrend. Maar denk aan een kleine maan en ezeselsbrug dat naar kleine letters.
-
Paul van der Steen:9 april 2022o nee, je hebt gelijk. ik heb ook geen verstand van lettertjes.. jij wel. (ik ben van de potloodjes)
-
Yol:9 april 2022En hoe! Die PotlooDjes Dus.
-
Paul van der Steen:9 april 2022En de A moet natuurlijk ook een a zijn, zoals in afwaswater en afnemende maan (afneembare maan).