Van de leg

22 april 2022 - Poupehan, België

Monthermé, woensdag 20 april ‘22. Alles is anders, vandaag. Het begon al bij het ontbijt, dat geen ontbijt was (daarover later meer), geen yoghurt, brood, geen koffie. Ik moest me behelpen met een croissantje dat ik bij de bakker kocht en dat ik op een bankje voor een kapelletje in Renwez heb opgegeten. Koffie heb ik de hele dag niet gedronken, en nu zit ik, ook vrij abnormaal, om vijf uur wijn te drinken op een lawaaiïg terras in Monthermé, het dorp waar de Semois de Maas in loopt. En dat terwijl ík nog moet lopen, maar niet de tien kilometer die op de kaart staan (heuvel op, geslinger langs rotsen, en dan weer naar beneden), maar een afstekertje naar Tournavaux alweer ik om half acht terecht kan. Laat dus, niet omdat ik zelf verwachtte zo laat te arriveren, maar omdat de vrouw des huizes op ziekenbezoek is en dan pas terug is om voor mij de deur open te doen. Het plan was om hier in de pizzeria wat te eten en dan de laatste twee uur naar Tournavaux te doen, maar de pizzeria is nog dicht. Gelukkig haalde ik bij de Carrefour tomaten, een blokje feta en een uitje (mocht de pizza tegenvallen dan kon  ik later nog een salade maken met de veldsla die Frits voor me kocht en die het erg goed gehouden heeft in de tupperware die ik voor die doeleinden aanschafte), zodat de beslissing, toen ik zag de de pizzeria nog dicht was, snel gemaakt was. Ik ga er niet op wachten, maak mijn sla straks in Tournavaux, en ga hier lekker mijn tijd stuk slaan op een terras. Het verkeer dendert hier langs, in de verte klinken holle klanken van de smederij die blijkbaar nog in werking is, achter mij zit een man, die al heel wat biertjes achter de kiezen heeft, te gokken (zo schat ik aan de geluiden te horen) op zijn gsm. Bij het verlaten van de supermarkt stak ik de Semois over en zag een aardig paadje langs het water en een bordje dat de richting aanwees naar Tournavaux, slechts 3, 7 km. Ja, dan zou ik wel gek zijn als ik met mijn dronken kop nog de bergen in trok.

Bergen, ja, zo mag je dat toch wel noemen. Niet omdat ze zo hoog zijn, maar omdat ze zo stijl zijn en zo rotsig. En omdat er bosbessen langs de paden staan en ik soms mijn handen nodig heb bij het klimmen of het dalen. Echte kuitenbijtertjes zijn het en ik merk dat mijn benen dat niet gewend zijn. Het is alsof het mijn eerste dag is. En vaak beginnen die wandeltochten in de bergen ook zo: vanuit het dal met de rivier omhoog. Meestel is dat begin het saaiste stuk, en hier, in de Franse Ardennen, kom je niet verder dan dat begin, daarna ben je al op de top, voor zo ver je daarvan spreken kunt. Leuk? Ik weet het nog niet. Dat hijgen en me moeten herschikken aan die stijle paden hád beslist wat, maar dat je al die tijd de weg in het dal blijft horen (er is altijd een weg in het dal) en dat je, net als je denkt dat het minder wordt, al weer naar beneden gaat is toch wel jammer.
Maar wat wou ik zeggen? Alles anders dus, vandaag:  geen ontbijt, terwijl ik gisteren ook al geen echt avondeten had, en er ook geen fatsoenlijk avondmaaltijd in het verschiet ligt (alleen die feta-salade dus), een middagwijntje, overal stuifmeel: geel poeder op mijn telefoon (ik denk dat de eiken bloeien), bij gebrek aan een echt ontbijt al om 10 uur een pauze genomen voor een broodje kaas, bij die gelegenheid wat potentiële logeerardressen gebeld, met als resultaat een adres voor morgen bij een dame die Annick heet, al vroeg moe geworden (van die extra pauze), om vijf voor twaalf ging dan, zoals gebruikelijk, de wekker dus het Twaalfuurtje was gelukkig wél gewoon op tijd, maar ik had een vroege lunch (bij een lelijk beeld met uitzicht op de Meuse):

97DE7889-0FCF-427A-A2B8-CB1E310ED823

Normaal lunch ik tussen half twee a twee, maar omdat ik die pizza zou gaan eten, vóór ik in Tournavaux terecht kon, streek ik om één uur al neer op een bankje bij de stalen strijder, en strandde dan rond de klok van vijf met een glas wijn op een terras.

Natuurlijk had ik gedacht dat Frits mijn gewoontes en mijn ritme zou verstoren, maar dat viel eigenlijk nogal mee. En voor zo ver zijn komst iets veranderde dan was het louter in positieve zin. Zo wees hij me erop dat je hoofd zo’n vijf kilo weegt. Dus als je zó op je gsm gaat kijken…

80CB9EFC-30FF-4F33-B9A3-0A1FD205148C

… trekt dat aan je rug. Ik had al zo’n vermoeden dat de oorzaak van een zeurend pijntje tussen de schouders daar mee te maken had, dus tegenwoordig doe ik het zo:

67026DAF-2918-4739-8C41-71090E51221D

Voorts hielp Frits me met het irritante kraken van mijn schouderbanden, en kwamen we in gezamelijk denken op een oplossing voor de steentjes in mijn schoen. Ik fantaseerde over een rokje rond mijn sokken, Frits kopte hem erin met het idee om van mijn beenwarmers, voorheen de mouwen van een fleece, een soort slobkousjes te maken die je over je schoenen trekt. En verdomd: het werkt. Ik ga er bij thuiskomst patent op aanvragen.

4F83B727-E79F-4A71-9D51-CE240E93CC8A

Maar in het negatieve ondervond ik dus weinig verandering in mijn gewoontes. Ik hield op met zingen, jawel – er komt nog een lijst aan met alle liedjes die vanaf mijn vertrek uit Diemen tot op (dat toekomstig) heden de revue passeerden – en na zijn vertrek ging ik daar weer mee door zoals de ‘volgers’ hebben kunnen constateren… Mais apart de ça…
En, laten we eerlijk zijn, het had gekund, en het had ook gekund dat het stroef zou lopen, zo alle twee vanuit onze eigen werelden weer bij elkaar, maar het liep niet stroef. Integendeel het was gewoon erg leuk en gezellig en we waren beiden flexibeler dan ooit. En we hadden veel te bespreken, maar konden ook goed zwijgen. En wat is het toch lekker om naast en op elkaar te liggen. Het paste allemaal nog best. We hadden afgesproken in Seneffe waar ik een Vriend op de fiets-adres gevonden had. In het huis van Catherine sliepen we in het appartement dat ze ooit in huis voor haar oude moeder had gebouwd. Fraai was het, romantisch – op het Engelse af. En ze kon lekker koken. En we stonden op op de tijd die ik gewoon was – de wekker staat op kwart voor zeven, maar reeds om tien over half ben ik wakker door een dringende aandrang om te poepen – en ontbeten om half acht, zodat we om half negen en route konden. Alles volgens inmiddels ingesleten patronen. En we liepen een fraaie route, langs de sluizen van het oude kanaal van Brussel naar Charleroi dat vijftig jaar gelden werd vervangen door een nieuw kanaal (waarin zich de hellend vlak van Ronquieres bevindt dat ik de dag ervoor gepasseerd had). Over dat oude kanaal kun je niet meer varen, de sluizen functioneren niet meer, de sluisdeuren zijn weggehaald, maar verder hebben ze vrijwel alles laten zitten. Rottend hout, roestend staal en opgeknapte, oude sluiswachtershuisjes. En daarna liepen we door alweer een heel fraai bos en gingen we de snelweg over – en toch heb ik minder van het landschap meegekregen nu Frits erbij was, merk ik nu – en we staken ook het nieuwe kanaal over. In de loop van de dag kwamen we in de armere streken rond Charleroi.

70BBB171-EE4E-4E37-BB41-483DE445650EA1044E2A-3A3D-4091-819C-9E61EB75B26A

We zagen heuvels van afval uit de kolenmiinen die, ook al zijn ze begroeid met bomen, als vreemde, onnatuurlijke puisten aan de horizon staan. Ze getuigen van het mijnbouwverleden. Ook de dorpen en de mensen. Nogal wat vet te veel bubbelde er aan die lijven, en er zat een tand of twee te weinig in die monden. Het vermoeden van veel drank ook, en ik zag veel dure auto’s, want dat lijkt vaak samen te gaan met (de overwinning op) armoe: ‘We zullen laten zien hoe rijk we zijn.’ Is het zoiets? Aan de andere kant van het klaverblad rond Charleroi was ons logeeradres. Een vrouw, ik ben haar naam vergeten (we spraken haar ook nauwelijks), deed ons (na haar nóg eens gebeld te hebben) open. Ze was zo verdiept in haar (beeldhouw)werk dat ze mijn sms die onze komst aankondigde niet had gezien. Heel vriendelijk was ze, overduidelijk erudiet en ze had volstrekt geen zin in sociaal gedoe. Ze toonde ons de zolder, waar normaal Portugeze wegwerkers wonen (de gele hesjes lagen in de kast) en vertrok. Ook wel eens fijn, zeker nu met Frits die pasta al la Norma in de rugzak had. Ja, ook dat was anders dan normaal, maar dat zou het anders (als ik alleen was) ook geweest zijn.
Zondag ging het eerst langs een desolate  steengroeve, maar doken we al snel een dal in en kwamen weer terug aan de andere kant van het klaverblad. En dan, zo wonderlijk mooi, tussen de akkers en de graslanden, dat verscholen riviertje, de Heure, omringd door bos (nog altijd vol hyacinten).

F66C78A8-7635-4A12-85E0-B7934E0011EA

Eenmaal afgedaald naar dat riviertje kom je in de wereld van de vissers en de jachthaventjes, imposante abdijen, uitnogdigende uitspanningen en mannen op het terras. Fietsers zijn het, ze zijn in fietstenue althans, maar reeds om elf uur aan het bier. Wij hadden het sterke vermoeden dat ze al uitgefietst waren en in afwachting van het moment waarop ze op tv naar Parijs-Roubaix konden kijken. Om twaalf uur, net als de vorige dag (én de dagen daarvoor uiteraard) het Twaalfuurtje, om half twee lunchen (op een bankje)…
Kijk en nu, verval ik, in de oude dagboektoon die ik ook heb als ik onze vakanties in de bergen beschrijf. Niet erg: ik heb niet de intentie een literair kunstje te vertonen, maar vraag me wel af of het (dan toch) met F te maken heeft? Was en is er in die zin dan toch iets anders dan anders, veel anderser dan ik gedacht had?

Wat zeker anders was was ons logeeradres bij Edith. De foto’s zeggen in dit geval meer dan ik zó met de snelle toets (kiekjes van verhalen) kan schrijven.

7A55A5FF-AF34-492F-949F-EDB6FA82FAB3

Een eigenheimer van Vlaamse bodem, en dat moesten we weten ook. Ze had de pest aan alles wat Waals of Frans was – alles moest bio en dat hadden die lui niet. Van onze meegebrachte wijn moest ze – pfffft – niets hebben: niet bio, niet lekker. Ze was, je zou het niet zeggen, een enorme fan van de AH en de Action van waar ze haar bilogosche kokosvet betrok. De frieten die ze daar in bakte waren de  beste van heel België, en ze had gelijk. Ondanks Neerlandsgezindheid woonde ze verscholen in de bossen rond Walcourt.

7ED80525-2DF7-4897-9C84-7F06AE239130

Een soort tuinhuisje was het, piepklein, maar ze had er alles wat ze nodig had, en dat was niet veel. Al kon ze de buren, waar ze weinig contact mee had, nog wel eens nodig hebben, want ze had een ontstoken knie die dik was en haar het lopen belemmerde. Ze had hem ingesmeerd met klei, die knie, en dat had een beetje geholpen. Een klein paradijs was het. Wij mochten in het bed achter, zij sliep boven onder het dak. Haar zoon Lucas had, toen het corononiksdoen hem was opgebroken, een drôme in de tuin gebouwd.

5E8F0151-3DB3-42FE-BA1B-C9EE7A16A03A

En daarachter was het composttoilet:

E0B4BAE5-1AA4-44BB-9FD5-33460CC2FBD8

Als je zat te poepen had je uitzicht op het dal:

01390AA7-12D4-498D-BB10-EEDA29792B54

                    ***

Alle, donderdag 21 april ‘22. Un lieu dit “Chez Annick”. Oei, wat ben ik, na een lange dag wandelen (van 9 tot 8) goed terecht gekomen. Een chambre d’hote de caractere, mag ik wel zeggen. Lang, lang, veel te lang, had ik gelopen – ik vergis me nog al eens in de afstanden, zeker nu het ook met klimmen en dalen is en kilometers minder tellen, het zijn (hoe gering ook) de hoogteverschillen die het tempo bepalen – ook al had ik wederom voor het pad langs de Semois gekozen. Na elke bocht meende ik er dan toch bijna te zijn, maar nee: er kwam nog een bocht en nog een. En hoewel alles vandaag weer betrekkelijk normaal was, en het landschap mooier bovendien – ik kreeg zelfs een klassiek colwindje in het gelaat toen ik ergens puffend bovenkwam – moest ik vandaag wederom vóór aankomst in de chambre d’hote, iets eten. Ik had mijn zinnen op friterie Bintje in Alle gezet. En toen ik Alle dan even na zeven binnenliep gloorde de lichtjes van Bintje me tegemoet:

B0B4E049-8E99-4622-94D0-6913F5BC89FA

Maar helaas, toen ik dan even op de gps keek zag ik dat ik Bintje al voorbij was. Ik draaide me om en zag dit:

ADE25D00-5D1E-47D9-8118-BFD6B092EE05

Maar het kon ook beter, het kon veel beter. Want waar ik Bintje had vermoed zat een brasserie en die hadden precies waar ik zin in had:

238E7B9B-E2C6-4A5A-B15A-4844654B87A6

En nog kon mijn geluk niet op. Want toen ik dan om kwart voor acht alles tot op de laatste patat en het fijnste stukje rode kool had opgegeten, en mij aan de laatste twee kilometer van de dag over het asfalt richting Annick waagde, zag ik sneller dan verwacht rechts van me een knusse herberg, met lichtjes en een terras, en binnen brandde vuur. Annick zat er samen met een klant, die zich later aan me voor zou stellen als Philip, te keuvelen. Annick bracht me naar de al even sfeervolle kamer en nadat ik een bad had genomen, voegde ik me benden bij hen en raakte aan de praat met Philip uit Philipville. Hij kwam hier elke maand, soms met hond en vrouw, soms alleen met hond. Het wijntje dat ik bestelde moest op zijn kosten. Ik moest hem alles vertellen over mijn missie en hij vertelde me summier over zijn bestaan: documentairemaker voor de Belgische tv, problemen met zijn benen vanwege chemotherapie – peu n’importe, vond hij. Liever prijsde hij Annick de hemel in, en de ontmoetingen die dit paradijs hem bood. Hij had al vaker, ook bij hem in de buurt, wandelaars gezien (vaak vrouwen), maar nu pas begreep hij dat ook daar een GR liep (de 12) en hij was blij dat ik hem er alles over kon vertellen. Onderwijl knapperde er een joekel van een stam in de open haard en werd ik zo rozig en warm dat ik alles uitdeed wat met goed fatsoen (volgens eigen normen dan) geoorloofd was.

Zo kom ik dan eindelijk in het hier en nu en ga nu bijna op een oor, maar niet dan nadat ik ook van Eric heb verteld. Hij was het die me gisteren op het terras onder het schrijven over Edith stoorde – nou ja, wat heet: ik zat daar al veel te lang in mezelf gekeerd te tikken. Of ik nog wat wou drinken? Nee, liever niet: ik moest nog wandelen. Hij had zelf al het een en ander op, en bleef maar aandringen, maar zijn bierbroeder schoot me te hulp. Laat haar nou maar, ze moet nog lopen. Maar of ik dan alsjeblieft wel zijn naam wilde onthouden en op interrnet wilde opzoeken wie hij was want hij herkende in mij een gelijkgestemde ziel. Een kunstenaar was hij en een lasser. Hij had een beeld van een wild zwijn gemaakt dat hier ergens op een rotonde moet staan. En, o ja, hij was net terug uit Oekraiene waar hij spullen naartoe had gebracht. Wilde ik toch alsjeblieft zijn naam en dat van zijn beeld onthouden. Dat wilde ik natuurlijk wel, maar verstaan kon ik hem moeilijk (mijn Frans, zijn drank), dus schreef hij dit:

98AEA0A6-8076-4B85-B43E-ADA228447B9A

En ik nam het mee en zocht hem op. 

https://media.gettyimages.com/photos/artist-eric-sleziak-stands-next-to-woinic-his-giant-wild-boar-on-5-picture-id82181765

Hij maakte mijn dag toch ook weer goed. Wat ik vond het maar niks gisteren (eergisteren inmiddels, als ik dit op de blog zet). Komt het door mij? vroeg Frits nog aan de telefoon. Dat hij er was en nu weer weg was? Dat ik daarom chagrijnig was. Nee, zei ik, ik ben niet chagrijnig, ik vind het gewoon niet mooi hier: rechte paden, door groot bosmaterieel vernielde paden:

F1CDA2DE-58B3-4303-B31D-171DA8543AF1

En overal waar natuur is staat er een bordje die die natuur verklaart want dat is dan blijkbaar de menselijke natuur, dat alles moet worden uitgelegd… En ja, ik vind het leuk erop gewezen te worden dat hier cocognes noirs (zwarte ooievaren) zijn  want zonder dat bordje zou het me niet opvallen (ik zag er overigens nog geen), maar op elke rots een beeld en overal tekst en uitleg en ondertussen zo slordig zijn met de natuur en overal die lelijke huizen neersmijten…
Maar vandaag was het dus al weer beter, mooier, kloppender (bij mij in ieder geval) en of het nou komt omdat ik ook België weer inliep… Maar de paden kronkelden, en mijn geest kronkelde zich los van zorgen en lelijkheid (was ik dan toch chagrijnig?) en ik vond zomaar twee logeeradressen voor morgen (Bouillon) en overmorgen (Sedan). En nu is alles weer anders en zoals het was.

En vandaag (alweer een dag later) is het zo:

85D3BAA8-1E04-49F1-AFD8-06DC9228FAAF

En zo is het goed. Én Cas is jarig! Matin wees me erop. Dus kon ik zingen, onder het lopen, dit keer niet voor mezelf, maar voor Cas: Bonne Anniversaire op de melodie van Happy Birthday to you.

Foto’s

7 Reacties

  1. Trees Bakker:
    22 april 2022
    Ik heb met veel plezier het verslag van de Leg gelezen! Heel mooi !
  2. Yol:
    22 april 2022
    Ah fijn, bedankt, gelukkig ben ik ook weer – tsja, hoe zeg je dat? – aan de leg? Mooie, niet zo idioot lange tocht vandaag. Liefs, Yolanda
  3. Oeke:
    23 april 2022
    JA, ik lees je reisdagboek ook met intens genoegen, maximaal spannend hoe jij je steeds laat verrassen door het onbekende. En wat ben je al ver! Zeg, gek en wellicht onnozel vraagje: mag er geen rustdag in jouw wandeltocht zitten? Ik bedoel...je bent daar in de Belgische Ardennen, het is mooi weer...boekje, voetjes in de lucht, zoiets? Veel liefs, Oeke
  4. Yol:
    23 april 2022
    Ja, maar lieve Oeke, zat gisteren met mijn Twaalfuurtje toch languit op mijn gat? Ik deed maar zeventien kilometer. En ik had negen dagen geleden een rustdag in Haut-Ittre! En ik was van plan in Bouillon te blijven maar daar liepen ze een trail. De stad was uitverkocht. Ik mocht nog blij zijn dat ik voor veel geld een (helaas, want duur) eigen kamer had in de jeugdherberg. Het weer wordt even minder, maar zodra het zonnetje weer volop schijnt neem ik repose. Ik laat het je weten. Bisous, Yol
  5. Tjeerd Bischoff:
    23 april 2022
    Dank voor je mooie verslag! Toch ook goed, dat je af en toe van de leg bent en ontberingen hebt, dan onthoud je zo'n tocht tenminste. Bij Bouillon krijg ik herinneringen aan een van mijn eerste wandeltochten, met Eric Brassem. We hadden zo genoeg van het slecht weer dat we de laatste twee dagtochten in één dag liepen, omdat we het niet nog een opbrachten de tent in de regen op te zetten. Volledig uitgeput namen we toen een hotel in Bouillon waar we een paar Belgische biertjes dronken, Rochefort 10. Ik wist toen nog niet dat er bier bestond waar je zo snel dronken van kon worden. Iets beneden Bouillon hebben Carlien en ik een keer gewandeld in de verzengende hitte. We probeerden ons kokende bloed wat af te koelen in een kleine waterpoel en hadden toen onverhoeds seks met elkaar. Nuja, terwijl ik je spannende verslagen lees, komen er als vanzelf ook eigen herinneringen boven.
  6. Yol:
    23 april 2022
    Maar Tjeerd, ik heb precies dezelfde ervaring! Niet die verzengende seks in een poel – je weet dat je reactie publiek is, toch? – maar van regen en ellende en dan maar doorlopen. Met Frits. Ik zie ons nog staan boven op de rotsen bij Bouillon in de pissende regen. Iets gegeten geloof ik, een te duur hotel, en allez hop retour chez nous. Met Eric B besloten wij na dagen aanhoudend regen in de Pyreneeen er de brui aan te geven. Zodra het kon staken wij onze duim op, richting Spanje. We belandde uiteindelijk na een fijn avontuur in Segovia (waar het weer te droog en te heet was) en namen de trein naar Asturias waar we een onvergetelijke tocht door de bergen maakten. We zijn lekker bezig, Tjeerd, met herinneringen ophalen. X
  7. Tjeerd Bischoff:
    23 april 2022
    Wat grappig, misschien liepen we ook wel dezelfde route. Ja, dat ene was een beetje impertinent van mij, maar toen ik het eenmaal had opgeschreven, vond ik het ook weer flauw om te schrappen. Liefs Tjeerd